Ga verder naar de inhoud

Tips bij het pitchen voor het VAF-pitchpanel

Makers van nieuwe fictieprojecten en documentaireprojecten maken sinds begin 2019 hun opwachting bij het pitchcomité, alvorens te kunnen indienen in het reguliere systeem. Enkel projecten die groen licht krijgen bij het pitchcomité gaan door naar de commissies. Er is een mogelijkheid tot herkansing.

De pitchfase werd in het leven geroepen om meerdere redenen: het VAF wil makers vroeg in het proces bevragen en doen nadenken over de finaliteit van hun project, het wil de grote instroom van niet-levensvatbare scenario’s bij de commissies indijken en ten slotte is goed leren pitchen voor iedereen in het vak belangrijk.

Hieronder krijg je meer informatie en een aantal concrete tips voor pitchen bij het VAF.

Wat is pitchen?

Het woord ‘pitch’ is afkomstig uit de golfsport. Het betekent: een slag over een korte afstand. In de creatieve sector is een pitch een mondelinge, korte en krachtige voorstelling van jezelf, je idee, project, … Deze presentatie heeft tot doel de toehoorder(s) te motiveren om zich na het horen van je pitch te engageren.

Afhankelijk van je doel kan dit betekenen: partner worden, financieel investeren, meewerken, vertonen, een afspraak maken om verder te praten, …

Je hebt vast al gehoord van de zogenaamde ‘elevator pitch’. Dit is een hele korte presentatie – bij wijze van spreken in de tijd dat je iemand tegenkomt in de lift – om je gesprekspartner nieuwsgierig te maken naar wie je bent en wat je te bieden hebt.

Wat is pitchen bij het VAF?

De pitch bij het VAF is in wezen niet anders, al krijg je in dit geval zes minuten om je ding te doen. Je overtuigt een vijfkoppig panel dat je project het potentieel heeft om uit te groeien tot een interessante, kwalitatieve film. Anders gezegd, je pitch moet het panel genoeg aanspreken om je zeer prille project door te verwijzen naar het selectiesysteem van het VAF.

Je komt in een relatief vroeg stadium pitchen – nog voor de scenariofase - dus het panel beseft heel goed dat je project niet op punt staat. Waar het vooral op aankomt in dit stadium is om enthousiasme en nieuwsgierigheid op te roepen. Er wordt wél verwacht dat je al concreet hebt nagedacht over welk 'filmverhaal' je wil vertellen en hoe je dit wil aanpakken en uitwerken.

Alhoewel dit niet voor elk project hetzelfde is, proberen we toch iets beter te concretiseren wat er verwacht wordt:

  • Je moet helder kunnen vertellen wat de kern van het project is, waarom je dit wil maken en voor wie. We verwachten daarbij minstens een uitgewerkt en onderbouwd idee.
  • Hoe denk je op dit vroege moment in het traject na over volgende aspecten, wetend dat dit uiteraard doorheen het verdere proces kan en zal evolueren?
    • Bij fictie: thema, genre, toon, personages, setting, verhaal (summier)
    • Bij documentaire: onderwerp en/of onderzoek (wat weet je hierover zonder encyclopedisch te worden), invalshoek/thema, beoogde aanpak, beoogde personages (indien relevant in deze fase)
  • Sta ook even stil bij volgende vragen:
    • Wat is er uniek of bijzonder aan je project?
    • Waarom ben jij de juiste persoon om dit te vertellen?

Voor wie zijn deze tips bedoeld?

Onderstaande tips zijn in eerste instantie bestemd voor mensen die weinig of geen ervaring hebben met pitchen. Het lijkt soms open deuren instampen, maar toch zijn we ervan overtuigd dat zelfs doorwinterde makers nog hier en daar iets bruikbaars zullen vinden in wat volgt. Veel succes gewenst!


De tips

  • In het pitchpanel zitten mensen die a priori open staan voor wat je komt vertellen. Ze beseffen dat het pitchmoment voor sommigen intimiderend kan overkomen. Wees niet bang om aan te geven dat je wat zenuwachtig bent. Men zal je op je gemak stellen.
  • Je hebt vooraf van het VAF vernomen wie in het panel zal zetelen. Het zijn vijf mensen mét en zonder sectorkennis. Zoek alvast op wie ze zijn, dan weet je wie je straks voor je hebt. Naast het actieve panel zijn er ook een aantal teamleden van het VAF aanwezig.
  • Je krijg na het binnenkomen zes minuten de tijd om jezelf en je project voor te stellen. Daarna is er nog een klein kwartier tijd voorzien voor dialoog met de leden van het panel.
  • Stel jezelf en je eventuele pitchpartner eerst even voor. Vermeld indien relevant summier wat je over jezelf en je partner belangrijk om weten vindt voor het panel (vb een nominatie, prijs of selectie). Het gaat dan om enkele zinnen, niet meer. Vergeet niet te duiden wat je functie en die van je pitchpartner in het project in kwestie is.
  • De leden van het pitchcomité hebben je pitchdocument vooraf ontvangen en gelezen. Ze weten dus al één en ander. Dit hebben we ingebouwd om minder vlotte praters wat voorsprong te geven. Dit is anders dan bij sommige andere pitches waarbij de toehoorder helemaal niets weet. Hou daar rekening mee. Schenk voldoende aandacht aan wat je wil vertellen en hoe (verhaal, personages, genre, stijl, enz.) maar vermijd dus om gewoon letterlijk te herhalen – laat staan af te lezen – wat in het document staat. Probeer je in de plaats van je toehoorders te stellen en je pitch voor hen voldoende boeiend, dynamisch en persoonlijk te maken. Denk m.a.w. na over hoe je de aandacht van het panel kan vastgrijpen.
  • Maak oogcontact. Spreek duidelijk.
  • Het ‘verhaal’ is één ding, maar denk bv. ook aan de sfeer, het genre, het doelpubliek. Zeker bij fictie is het belangrijk hierover al wat duiding te geven. Bij documentaire gaat het eerder over wat je wil doen, wat je wil onderzoeken en hoe je dit wil aanpakken dan over een ‘verhaal’ in de strikte zin van het woord. Het eindresultaat is bij documentaire in deze fase een stuk onduidelijker dan bij fictie. Dat is geen probleem.
  • Benadruk de sterke elementen in je project. Waarin maakt jouw project een verschil?
  • Geef eventueel referenties van films of andere creaties die duidelijk maken aan welk cinematografisch universum je denkt. Doe dit enkel als je denkt dat het verhelderend werkt. Wees efficiënt met je referenties. Ze kunnen ook tegen je werken als ze niet ter zake zijn. Zeg duidelijk waarom een referentie iets met je project te maken heeft, wat het verband is.
  • Denk alvast eens na over wie in de ideale wereld een goede ambassadeur voor je film zou zijn. Het hoeft niet realistisch te zijn. Bij wijze van spreken kan dit Nelson Mandela zijn. Dit zegt vooral veel over wat je wil vertellen en wie je hiermee wil aanspreken.
  • Zeg ook iets over het ‘waarom’ je net déze film wil maken.
  • Oefen je pitch grondig vooraf, zodat je kan timen. Blijf binnen de tijd van 6 minuten. Anders wordt je pitch afgebroken, wat voor alle partijen frustrerend werkt.
  • Probeer voor jezelf gebald te formuleren waar het project over gaat, wat je wil vertellen. Dat is niet hetzelfde als het verhaal van naaldje tot draadje vertellen. Verlies je niet in details.
  • Je kent je project zo goed, dat je zelf in zekere zin voor jezelf een onbetrouwbare toehoorder bent. Oefen je pitch dan ook met anderen. Dit kan gewoon een vriend of huisgenoot zijn. Derden ontdekken vaak beter de onduidelijkheden of gebreken in je pitch dan jijzelf.
  • Spreek goed af met je eventuele pitchpartner wie welke rol vervult tijdens de pitch. Zorg dat je in essentie hetzelfde project voor ogen hebt en elkaar niet tegenspreekt tijdens de pitch.
  • Omdat je niet weet welke vragen er komen kan je niet op alles anticiperen, maar vermijd improvisatie. Het is helemaal niet erg dat je niet op alles meteen een antwoord hebt. De pitch komt immers heel vroeg in het proces. Het pitchmoment dient daarbij ook als voedingsbodem om achteraf verder over je project na te denken. Het is evenmin nodig om alle panelleden altijd automatisch gelijk te geven, in de hoop dat ze je project dan gunstiger gaan ontvangen. Stel je open voor kritiek, maar blijf jezelf.
  • Er is op het internet veel informatie te vinden over hoe je goed pitcht. Dompel je onder in deze informatie. Er bestaan ook opleidingen en workshops voor.