Screen Flanders: de economische maatregel van Vlaanderen voor de film
20 april 2012
Op initiatief van Vlaams minister-president Kris Peeters en Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege heeft de Vlaamse regering vandaag beslist om 5 miljoen euro uit te trekken om meer internationale filmproducties naar Vlaanderen te halen. Producenten kunnen van de Vlaamse overheid terugbetaalbare voorschotten tot 400.000 euro bekomen als economische ondersteuning van hun bestedingen in Vlaanderen.
De Vlaamse filmindustrie kent de laatste jaren een stijgend succes. Onze films gooien steeds hogere ogen en slagen er hoe langer hoe meer in internationaal door te breken. De recente Oscarnominatie van Rundskop is hier een goed voorbeeld van. Ook TV-producties en -formats vinden geleidelijk de weg naar een internationale carrière, het recente succes van Benidorm Bastards op de Emmy’s indachtig. De invoering van de federale tax shelter is hieraan zeker niet vreemd.
De Vlaamse audiovisuele sector grijpt echter naast een deel van de inkomsten van buitenlandse producties die aangetrokken worden door de tax shelter. Internationale producties worden immers vaak verder afgeleid naar Wallonië en Brussel door de maatregel Wallimage/Bruxellimage. Het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest steunen hiermee producties die in Wallonië en/of Brussel investeren, en komen daarenboven tussen in het kapitaal van in de audiovisuele sector gespecialiseerde vernieuwende bedrijven. Op 10 jaar tijd steunde Wallimage 136 producties voor een bedrag van circa 30 miljoen euro. Dit leverde investeringen op in de Waalse en Brusselse audiovisuele sector voor een bedrag van 90 miljoen euro, een directe return van 300%. Maatregelen met een mutiplicatoreffect dus.
5 miljoen euro voor Screen Flanders
Met Screen Flanders willen minister-president Peeters, tevens minister van Economie, en minister van Cultuur Joke Schauvliege een extra financiële ondersteuning bieden aan producties die een deel van hun bestedingen specifiek in Vlaanderen doen. Hierdoor wordt een toename verwacht van het aantal producties in Vlaanderen, wat een stimulans betekent voor de hele Vlaamse audiovisuele sector zowel naar culturele uitstraling als naar economische impact. Het jaarlijks budget hiervoor bedraagt 5 miljoen euro. Dit wordt voorzien binnen het Hermesfonds, het fonds voor flankerend economisch beleid van het Agentschap Ondernemen.
De steunmaatregel is bedoeld voor lange speelfilms, d.w.z. lange fictie-, documentaire- of animatiefilms met een duur van minstens 60 minuten en animatiereeksen die het culturele patrimonium van het Vlaamse Gewest verrijken.
Hoe werkt het?
Screen Flanders zal vertrekken van het algemeen principe dat er financiering kan worden verleend op voorwaarde dat het budget dat aan de producenten toevertrouwd wordt, in het Vlaamse Gewest uitgegeven wordt. Elke euro die aan een producent wordt toevertrouwd, moet op zijn minst één euro audiovisuele uitgaven in het Vlaamse Gewest opbrengen. De financiering wordt toegekend in de vorm van terugbetaalbare voorschotten op netto-ontvangsten. Er zal gewerkt worden met een oproepsysteem met een gesloten steunenveloppe. Een cultureel en economisch samengestelde jury zal de projecten beoordelen op basis van vastgelegde criteria en zal een rangschikking van de projecten opmaken.
De maximale steun per project bedraagt 400.000 euro en het productiehuis moet kunnen bewijzen dat ze een verbintenis aangaat op basis van uitgaven voor minimum 250.000 euro.
De terugbetaalbare voorschotten worden terugbetaald met alle netto-ontvangsten die de producent genereert als gevolg van de exploitatie van het audiovisuele werk. Van deze netto-ontvangsten wordt een percentage terugbetaald dat overeenkomt met de verhouding van de totale steun die verleend is, ten opzichte van de totale financiering van het audiovisuele werk.
Voor de behandeling van de dossiers en de promotie en communicatie rond de maatregel zal het Agentschap Ondernemen een beroep doen op de deskundigheid van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF).
De Vlaamse regering nam vandaag een principiële beslissing voor de opstart van deze maatregel. Er zal nu advies gevraagd worden aan de SERV. Tevens zal de maatregel aangemeld worden bij de Europese Commissie voor goedkeuring. Na het Advies van de Raad van State kan de Vlaamse regering dan een definitieve beslissing nemen.