Negen Vlaamse films op Filmfestival Gent
20 september 2012
Het Filmfestival Gent toont dit jaar een recordaantal van negen Vlaamse films. Naast The Broken Circle Breakdown van Felix van Groeningen als openingsfilm, zitten er nog eens drie Vlaamse speelfilms in officiële competitie: Het vijfde seizoen van Peter Brosens en Jessica Woodworth, Kid van Fien Troch en Offline van Peter Monsaert. Ook dat is een nooit eerder gezien aantal voor Gent. Het Filmfestival is dan ook bijzonder trots om zo veel Vlaams filmtalent aan het publiek te kunnen voorstellen.
‘Het mooie aan de selectie Vlaamse films is dat ze zo verscheiden is, wat heel wat zegt over de diversiteit van onze nationale productie, en daar kunnen we alleen maar blij om zijn,’ zegt artistiek directeur Patrick Duynslaegher. ‘Emotioneel stormachtige relatiedrama’s, minimalistische familietragedies, eigengereide muziekdocu’s, ambitieuze kunstfilms, intrigerende parabels, doorleefde sociale kronieken, you name it, de nieuwe Vlaamse cinema biedt voor elk wat wils.’
Naast variatie is er ook vernieuwing: terwijl een generatie Vlaamse cineasten zich bevestigt en internationale erkenning krijgt, staan er alweer nieuwe talenten klaar die door hun branie en originaliteit scoren op buitenlandse filmfestivals. Naast nieuw werk van vaste waarden Fien Troch (Kid), Felix van Groeningen (The Broken Circle Breakdown) en Peter Brosens & Jessica Woodworth (Het vijfde seizoen) vertoont Filmfestival Gent ook de beloftevolle debuutfilms van aanstormend talent Tom Heene (Welcome Home) en Peter Monsaert (Offline).
Niet Vlaams, wél echt Belgisch is de tweede film van de Franstalige cineast Stephan Streker, Le monde nous appartient, een minoritaire Vlaamse coproductie maar met een grote Vlaamse creatieve inbreng dankzij de score van Ozark Henry. De rol van muziek wordt trouwens almaar prominenter in de Vlaamse (en Belgische film): denk aan de bluegrassmuziek die voor een aantal muzikale hoogtepunten zorgt in The Broken Circle Breakdown van Felix van Groeningen. Of de geweldige bijdrage van Triggerfinger, de meest succesvolle Belgische band van het moment, aan de soundtrack van Offline. Zonder natuurlijk de twee pure muziekfilms te vergeten, die perfect illustreren waarom we ook in eigentijdse muziek op de wereldkaart staan: de documentaire The Sound of Belgium waarin Jozef Devillé op zoek gaat naar de origine en de typisch Belgische eigenschappen van het eighties fenomeen New Beat. En Wim Reygaerts bijdrage aan het '24 Hours Radio Soulwax' project van de Dewaele broers: een zeer vindingrijke tocht door de wereld, de metamorfoses en de platenhoezen van David Bowie, die hier tot leven komt in de androgyne verschijning van Hannelore Knuts.
Al deze films laten het beste vermoeden voor de toekomst van de Vlaamse auteurs- en publiekscinema, voor zover die twee elkaar niet overlappen. ‘Laten we ook niet vergeten,’ vervolgt Duynslaegher, ‘dat een festival vaak staat of valt met de sterkte van de nationale cinema. De gloriedagen van het Festival van Venetië dateren niet toevallig van de tijd dat de Italiaanse cinema het werk van Antonioni, Fellini en Pasolini openbaarde. En dank zij de zogeheten Berlijnse School (Christian Petzold, Ulrich Köhler en Cristoph Hochhäusler), krijgt het Filmfestival van Berlijn opnieuw de uitstraling van tijdens de hoogdagen van de Neue Deutsche Welle (met klinkende namen als Rainer Werner Fassbinder, Werner Herzog en Wim Wenders).’
The Broken Circle Breakdown, Dood van een schaduw, Kid, Le monde nous appartient, Offline, Rain, Het vijfde seizoen en Welcome Home kwamen tot stand met de steun van o.a. het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF).