Frankrijk en Vlaanderen vernieuwen samenwerking filmsector
24 mei 2019
De Vlaamse Gemeenschap heeft een nieuw samenwerkingsakkoord afgesloten met Frankrijk voor coproducties in de filmsector. Dit akkoord maakt het makkelijker voor Vlaams-Franse coproducties om erkend te worden als officiële coproductie om zo toegang te krijgen tot internationale steun, nationale steunmaatregelen en hogere productiebudgetten.
Als land met een hogere filmproductiecapaciteit is Frankrijk voor Vlaanderen een interessante partner om mee samen te werken. Het vernieuwde coproductieakkoord legt minder strenge voorwaarden op aan de producenten om erkend te worden als een officiële coproductie. Zo wordt de financiële inbreng van de minoritaire coproducent verlaagd van 30 naar 10 procent van het totale productiebudget. In het voormalige coproductieakkoord tussen België en Frankrijk uit 1962 bleek die drempel voor Vlaamse producenten vaak te hoog. Ook de vereiste inbreng van artistiek en technisch personeel door de minoritaire coproducent wordt verlaagd.
Het akkoord werd ondertekend door Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz en de Franse ambassadrice in België, Claude-France Arnould. Het zal in werking treden begin 2020.
Minister Gatz is alvast opgetogen: “Het nieuwe akkoord maakt de samenwerking van Vlaanderen en Frankrijk op filmgebied vlotter en makkelijker, omdat de criteria om te kunnen coproduceren, worden versoepeld, bijvoorbeeld op het vlak van financiële bijdragen of minimale inbreng van artistiek en technisch personeel. Onze Vlaamse filmmakers zullen bovendien ook kunnen genieten van de grotere schaal waarop in Frankrijk films worden gemaakt, waardoor Vlaamse creatieven ook sneller internationaal zullen kunnen doorbreken.”