Ga verder naar de inhoud

En waar de sterre bleef stille staan release première zeer geslaagd - meer dan 8500 bezoekers

24 december 2010
De Vlaamse langspeelfilm En waar de sterre bleef stille staan (Engelse titel: Little Baby Jesus of Flandr) van regisseur Gust Van den Berghe ging op dinsdag 21 december en woensdag 22 december met de nodige kerstanimo in première op maar liefst zestig verschillende locaties in heel Vlaanderen. Meer dan 8500 toeschouwers vonden hun weg doorheen het besneeuwde Vlaamse landschap naar één van de voorstellingen. Een winterse openluchtprojectie in Gent, een filmvoorstelling in de kerk van Nazareth en Koersel, gluhwein, worstenbroodjes, warme chocomelk, kerstkoren en levende stalletjes. Overal was er wel iets te doen om de wonderlijke kerstsfeer te benadrukken.
Na deze premières, vindt de film de gebruikelijke weg naar de bioscopen en komt hij uit op een achttal kopijen in het betere artwork circuit tot en met de symbolische Driekonigingen 6 januari 2011.En waar de sterre bleef stille staan vertelt het ongewone verhaal van de drie armoezaaiers Suskewiet, Pitje Vogel en Schrobberbeeck. Ze hebben genoeg van hun armoede en honger en besluiten deze Kerstmis ‘Driekoningen’ te gaan zingen. En met succes, want ze zingen zich rijk. Wanneer ze echter op de terugweg naar het café in het bos verdwalen, zijn ze onverwacht als echte Drie Koningen getuige van de geboorte van een klein kindeke Jezus. Ondersteboven van deze wonderlijke gebeurtenis schenken ze al hun zuurverdiende giften weg. 's Ochtends twijfelen ze echter aan hun gevoel van vervulling. En wanneer ze de volgende Kerst besluiten opnieuw te zingen, ontstaat er ruzie over hun intenties. De wegen van ons drietal scheiden ... ..De hoofdrollen in dit uniek Vlaams kerstverhaal worden vertolkt door enkele bijzondere acteurs, m.n. Jelle Palmaerts (Suskewiet), Paul Mertens (Pitje Vogel), Peter Janssens (Schrobberbeeck), die voornamelijk met Theater Stap op de planken staan.De film werd met weinig middelen maar bijzonder veel goodwill gerealiseerd en kreeg daarbij ook de dankbare steun van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF), Theater Stap, Erasmus Hogeschool Rits en de gemeente Kasterlee.