Documentaire Samuel in the Clouds wint in Chicago
24 oktober 2016
Pieter Van Eeckes lange documentaire Samuel in the Clouds heeft op het Chicago International Film Festival de ‘Gouden Hugo’ binnen de Competitie voor Documentaire gewonnen.
Van Eecke trok voor zijn documentaire naar Bolivië waar de gletsjers aan het smelten zijn. Generaties lang leefde en werkte de familie van Samuel, een oude skilift-operator, in de besneeuwde bergen, maar nu blijft de sneeuw weg. Terwijl wetenschappers onheilspellende veranderingen meten en bediscussiëren, eert Samuel de aloude berggeesten.
De film kreeg zijn Amerikaanse première als onderdeel van de Competitie voor Documentaire in Chicago en keert er nu huiswaarts met de ‘Gouden Hugo’. De jury bekroonde Van Eeckes “visueel verbluffende en vertederende film die de kijker klimaatverandering echt laat ervaren en er niet gewoon over laat nadenken”. In het juryrapport luidt het verder: “In een simpele hut op het dak van de wereld, kunnen wetenschap en spiritualiteit mogelijke oplossingen bieden voor de gevaren die onze planeet te wachten staan. Subtiel maar dwingend, bescheiden maar ambitieus…zo daagt deze film ons uit om de realiteit van klimaatverandering onder ogen te zien. Maar net zoals de centrale figuur, spoort de film ons ook aan om de hoop levendig te houden.”
Samuel in the Clouds ging in april in wereldpremière tijdens het MOOOV festival, gevolgd door vertoningen op onder meer Docville, het Tel Aviv International Documentary Film Festival, Docs Barcelona, het Budapest International Documentary Film Festival alsook het Ulju Mountain Film Festival in Zuid-Korea waar de film de Award for Best Nature & People Film won. De regisseur stelt Samuel in the Clouds vanaf deze week bovendien voor in Cinemateca Boliviana in La Paz in aanwezigheid van Samuel Mendoza, de spilfiguur uit de film.
Samuel in the Clouds is een productie van Clin d’Oeil Films (Waiting for August, Houses with Small Windows), in coproductie met Baldr Films uit Nederland en het Gentse productiehuis A Private View. De film kon rekenen op steun van het VAF/Filmfonds van Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz.