Ga verder naar de inhoud

Beste gameschool ter wereld staat nog steeds in Vlaanderen

14 november 2018
Tijdens The Rookies, een internationaal gerenommeerde competitie voor scholen en studenten van creatieve opleidingen, prijkt Digital Arts and Entertainment in de categorie Best Game Development dit jaar opnieuw op nummer één. De game-opleiding van Howest uit Kortrijk haalt het van meer dan 200 scholen uit 87 landen, en geeft in de top 10 programma’s uit Zweden, Canada en de Verenigde Staten het nakijken. Voor het tweede jaar op rij staat de beste gameschool ter wereld dus in Vlaanderen, en daar mogen we terecht fier op zijn.
Digital Arts and Entertainment (DAE) is ondertussen aan zijn dertiende jaargang toe. Opleidingscoördinator Rik Leenknegt, binnen de muren van de campus beter gekend als Master Chief, heeft zijn geesteskind over de jaren zien evolueren van een klassieke Vlaamse hogeschool naar een multiculturele hub met internationale uitstraling. Vooraleer hij architect en bezieler van DAE werd, stond hij al dertien jaar in het onderwijs. Lang genoeg om te beseffen dat er in Vlaanderen heel wat talent aanwezig was. “Het was een kleine berekende gok toen we met DAE begonnen om te zien of we ook op dat vlak onze sporen konden verdienen. De uitdaging van ons onderwijs is om mensen vaardigheden en attitudes aan te leren die voldoen aan het verwachtingspatroon van de industrie waarin ze aan de slag willen gaan.” Laat dat nu ook precies de graadmeter zijn die bij het uitreiken van The Rookies wordt gehanteerd. Scholen kunnen niet individueel deelnemen en worden slechts vertegenwoordigd door de kwaliteit van hun studenten. Bij het opmaken van de ranking vergelijkt een professionele jury het ingestuurde werk van de student met de industriestandaard voor een beginnende werknemer en kent op basis daarvan punten toe. Conclusie: aspirant-ontwikkelaars die in Kortrijk van de band rollen - vorig jaar waren dat er nog zo’n 150 - zijn uitstekend voorbereid om een mooie carrière in de gamesindustrie uit te bouwen. Getuige daarvan de alumni die wereldwijd bij topbedrijven als Rockstar, Unity, DICE, Ubisoft en Rocksteady aan de slag zijn, of de talrijke getalenteerde avonturiers die in eigen land een studio hebben opgericht. De DAE-succesformule steunt volgens Leenknegt op twee belangrijke pijlers. Enerzijds onderstreept hij het belang van het lesgeven op zich. “Heel wat concullega’s pakken als docent uit met gereputeerde professionals die al jarenlang in de industrie werken. Maar het is niet omdat je 20 of 25 jaar ervaring hebt, dat je daarom kan lesgeven. Onderwijs is een vak apart dat absoluut niet mag geminimaliseerd worden en wij focussen daar dan ook hard op.” Ten tweede haalt hij de toegankelijkheid van het onderwijssysteem aan. “Onderwijs in België is zeer goedkoop en er zijn heel wat vangnetten waardoor er bijna geen enkele reden is waarom je niet bij ons zou kunnen studeren. Zonder die economische discriminatie vergroot de potentiële talentpool bij instroom. Die grote instroom is sowieso een uitdaging, maar het geeft ons wel de kans om daaruit elk jaar de beste studenten te selecteren.” De combinatie van beide factoren zorgt nu al tweemaal op rij voor de titel van beste gameschool ter wereld. Een direct effect van jezelf een jaar lang de beste gameschool ter wereld noemen is de significante stijging van dat instroompercentage. Waar het percentage eerstejaarsstudenten normaal jaarlijks met tien à vijftien procent toeneemt, zag de opleiding dit academiejaar een kwart meer inschrijvingen. Die extra studenten komen ook almaar meer uit het buitenland - twintig procent van de ruim 1000 studenten heeft een buitenlands paspoort. Met dertig verschillende nationaliteiten spreekt Leenknegt van een “internationaal microklimaat” in België. Hij vergelijkt het ecosysteem op zijn campus graag met de beleving van een internationale bijeenkomst als GDC, waar mensen “in alle kleuren van de regenboog, met piercings en tattoos hun bruut talent bundelen om vanuit pure passie samen games te maken. De meeste buitenlandse studenten hebben hun plan voor de toekomst klaar: ze willen naar Pixar, Ubisoft of Blizzard en zijn bereid om daar keihard voor te werken. Leenknegt ziet daarin nog steeds een groot verschil met heel wat Vlaamse jongeren. “Vlaamse studenten hebben nog altijd iets te veel de mindset van “we zullen dat eens proberen, en lukt het niet dan doen we iets anders.” Voor wie voor drie of vier jaar uit Macedonië, Zuid-Afrika of Vietnam naar België reist om hier te studeren, is proberen geen optie.” Langs de andere kant creëren die supergemotiveerde studenten een gezonde competitieve spirit waarbij iedereen wordt uitgedaagd om het beste uit zichzelf te puren. Een internationale competitie als The Rookies draagt daar uiteraard aan bij en de erkenning zorgt ervoor dat studenten - zelfs in hun Belgische bescheidenheid - zichzelf iets meer op de borst kloppen en gemotiveerd worden om nog beter te doen. Hoewel ze naar eigen zeggen “supercontent” zijn om de titel met een jaar te verlengen, worden er geen expliciete inspanningen ondernomen om ook volgend jaar het goud te bemachtigen. Als er op dezelfde manier wordt verder gewerkt en de studenten elkaar door interne competitie naar een hoger niveau stuwen, lijkt dat ook niet direct nodig. Die derde titel is ook geen absolute must voor Leenknegt. “Naast het tweede jaar op rij de beste voor Game Development, komen we dit jaar ook in andere categorieën (Animation en Digital Illustration) de top tien binnen. Het mooiste effect voor ons dit jaar is dat we op meer dan één domein kunnen meespelen.” In de nabije toekomst wil Leenknegt de internationale erkenning van The Rookies gebruiken als springplank om het merk DAE ook te lanceren in het buitenland. Zo zijn er concrete plannen om onder DAE-vlag een professionele masteropleiding (een onderwijsvorm die in Vlaanderen niet wordt ingericht) op poten te zetten in Canada, toch nog steeds het Mekka van de gamesindustrie. “De bedoeling is om samen met een bestaande instelling een curriculum uit te rollen dat inspeelt op de noden van de sector ter plaatse, maar tegelijkertijd ook doorgroeimogelijkheden biedt aan de studenten die in Kortrijk de opleiding hebben gevolgd.”